Wat heeft neuromotoriek met leren te maken?

Neuromotorische rijpheid is een basisvoorwaarde om tot leren te kunnen komen. Om goed te presteren op school moet een kind volgende vaardigheden beheersen:

  • stilzitten,
  • zich concentreren op een taak zonder afgeleid te worden door stimuli in de omgeving,
  • een pen of een potlood vasthouden en gebruiken,
  • de oogbewegingen controleren die nodig zijn om een stabiel beeld te hebben van een bladzijde,
  • een regel lezen zonder dat zijn ogen ‘verspringen’ of ‘verdwalen’,
  • een goede samenwerking vertonen tussen richten en scherpstellen (visuele focus).

Dit zijn enkele voorbeelden van vaardigheden die verband houden met de ontwikkeling en rijping van de motoriek en de houding.

Meervoudig onderzoek heeft aangetoond dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen neuromotorische onrijpheid en de schoolprestaties van kinderen. Sommige leerlingen lopen het risico om ondermaats te presteren. Niet omdat ze niet intelligent of gemotiveerd genoeg zijn om te leren, maar omdat lichamelijke en motorische blokkades hen ervan weerhouden om hun volledige leerpotentieel te ontplooien. ‘Het zit er wel in, maar het komt er niet uit’ horen we dan vaak…

Enkele voorbeelden van symptomen die gepaard gaan met neuromotorisch onrijpheid:

  • moeite met stilzitten,
  • moeite met aandacht en concentratie,
  • moeite met leren zwemmen en fietsen,
  • slechte oog-handcoördinatie,
  • wagenziekte,
  • moeizaam tijdsbesef en kloklezen,
  • moeite met rekenen, lezen, schrijven, spelling,
  • moeizame spraak en articulatie,
  • problemen met lateralisatie,
  • moeite met aankleden, eten aan tafel,
  • moeite met rechtop zitten aan een tafel of bank,
  • als peuter zeer laat/vroeg beginnen stappen,
  • als peuter laat beginnen spreken.

Als de onderliggende problemen die resulteren in een vertraagde ontwikkeling van lichamelijke vaardigheden niet erkend worden, bestaat er een verhoogd risico op het ontstaan van leerproblemen (we hebben het hier over leerproblemen, NIET over leerstoornissen als dyslexie, dysorthografie en dyscalculie!). Bovendien kunnen kinderen sneller gefrustreerd raken en secundaire gedragsproblemen ontwikkelen.

Een kind dat motorisch onrijp is, kan baat hebben bij een bewegingsprogramma. Het moet immers zijn bewegingen eerst leren controleren, alvorens het kan stilzitten, schrijven, lezen, …

Onderzoek toont aan dat bij lagereschoolkinderen onderliggende problemen die het leren belemmerden, vaak verdwijnen na neuromotorische training. Het symptoom wordt namelijk niet aangepakt, maar wél de onderliggende oorzaak.

De neuromotorische screening en het bewegingsprogramma dat ik inzet is gebaseerd op het klinisch programma dat ontwikkeld werd door het Institute for NeuroPhysiological Psychology (INPP) dat al sinds de jaren ’70 gebruikt wordt. Dit programma van het INPP bestaat uit een reeks dagelijkse oefeningen die gebaseerd zijn op de bewegingen die een opgroeiend kind normaal gezien in het eerste levensjaar uitvoert.

De screening die voorafgaat aan het programma beoordeelt een aantal lichamelijke vaardigheden die van groot belang zijn om tot correct leren te kunnen komen:

Onze houding is een aanpassing van onszelf aan de zwaartekracht en de omgeving: de positie van zichzelf binnen de ruimte.

Het belang van stabiliteit/evenwicht en een vast referentiepunt in de ruimte: hierdoor hebben we een goed oriëntatie- en richtingsgevoel. Dit hebben we heel vaak nodig bij schoolse vaardigheden! Denk maar aan het begrip van symbolen: verschil tussen b/d/p, 2/5, leesrichting, richtingen binnen het kloklezen, …

Primitieve reflexen worden door de baby ontwikkeld in de baarmoeder. Ze zijn volledig ontwikkeld bij de geboorte van een voldragen baby en gaan tijdens de eerste 6 levensmaanden over in rijpere bewegingspatronen. Bij kinderen die motorisch onrijp zijn, zien we vaak restanten van deze reflexen. Deze belemmeren hen in het schoolse leren, zoals hierboven aangegeven. Door gerichte motorische bewegingen leren kinderen deze reflexen beheersen.

Dit zijn visuele functies die kinderen moeten kunnen beheersen om optimaal tot leren te komen (visuele leervoorwaarden).

Dit zijn enkele van de auditieve functies die kinderen moeten kunnen beheersen om optimaal tot leren te komen (auditieve leervoorwaarden)

Na de screening volgt een bespreking van de resultaten en is een terugkoppeling naar de school of andere hulpverleners mogelijk. We stellen een individueel coachingprogramma op waarmee jullie thuis samen oefenen op de vaardigheden die nog verder kunnen ontwikkelen. Wekelijks volgen we samen de evolutie op.

Deze screening biedt geen totaaloplossing voor leerstoornissen of andere ontwikkelingsstoornissen! Het verstevigt wel de basis om tot leren te komen en kan onderliggende oorzaken van leerproblemen wegwerken en de storende gedragingen van leer- en ontwikkelingsstoornissen beperken. Het verschil tussen leerproblemen en leerstoornissen wordt verder toegelicht onder aanbod – leerproblemen.

Wanneer uit de screening en oefeningen blijkt dat er een ernstige onderliggende oorzaak is op neurologisch, motorisch of sensorisch vlak, dan zal u in overleg worden doorverwezen naar de betrokken gespecialiseerde hulpverlening. Dit kan gaan om kinesitherapie, osteopathie, ergotherapie, psychotherapie, (functionele) optometrie, audiologie, … afhankelijk van de noden die worden opgemerkt.

Ik zet de neuromotorische screening en het daaropvolgende programma enkel in als achtergrond binnen de behandeling van leerproblemen. Voor INPP-therapeuten die nog gerichter gaan testen en behandelen verwijs ik graag door naar de site van INPP-belgië: https://www.inpp.be